Mijn dagen beginnen en eindigen met het geluid van mijn hoestbuien, die klinken als een astmatische stoomboot die voortdurend opgang wordt gebracht. Ik hoor je denken, ¨20 keer puffen op een dag, dat moet jij doen¨. Helaas, been there, done that, over it. Het helpt helemaal niks, nada, noppes. Dus op aanraden van de arts, stoppen met die zogenaamde magische inhalator. Mijn ademhaling stokt ter hoogte van mijn beschadigde middenrif. Mijn longen weten niet meer hoe ze diep moeten inhaleren. En mijn bronchiën schreeuwen het uit van de pijn. Mijn strottenhoofd zit verstopt met metaforische bladeren zoals een potdichte regenpijp met de smaak van modder! Probeer daar maar eens doorheen te puffen. Het beschadigt mijn trilharen en opent niet de deur naar meer lucht.
Het checken van mijn zuurstofgehalte is een dagelijkse gewoonte geworden, een ritueel waarbij ik hoop op een teken van stabiliteit. Een saturatieniveau van 90% wordt beschouwd als een doel om naar te streven, de grens tussen veiligheid en gevaar. Een soort overlevingsdans, want elke afwijking is een potentieel fataal signaal. Het is een constante bron van zorg voor mij en mijn zorgverleners. Maar, mag ik even mijn lichaam verdedigen, het heeft namelijk behoorlijke stappen gezet, hoor! Tijdens mijn intensive care opname, was mijn saturatie maar liefst 79. Dus die 90, nu, dat is wel een applausje waard. Mijn longen doen een soort vreugdedansje, zij het in slow-motion op bed.
Wanneer ik af en toe wakker schrik en mijn ogen open, zie ik mijn partner met medicatie, oftewel een moderne ridder zonder paard. Om het uur controleert hij mijn waardes. Ik draag tegenwoordig een luier, een noodzakelijke maatregel om het ongemak te verminderen dat gepaard gaat met de krachtige hoestbuien die mijn blaas belasten. Laten we zeggen dat mijn lichaam nu een fontein imiteert, maar dan zonder de charme.
Gelukkig is niet alles kommer en kwel. Zo ben ik nu al bijna een maand uit het ziekenhuis en is er mijn trouwe metgezel, een harige bal met vier poten, die aan mijn zijde blijft, als een stille bewaker van mijn welzijn. Wanneer de nood het hoogst is, komt zijn instinctieve reactie. Met zijn volle gewicht gaat hij op mijn borstkas zitten en begint met zijn pootjes te kneden. Hierdoor schiet ik wakker met mijn armen in de lucht en een enorme teug adem. Uitgeput val ik weer in slaap in mijn eigen bedje.