Het begon allemaal in de tweede coronagolf. ‘Het eerste corona-jaar had ik zonder corona-infectie overleefd, ook al wist ik dat je als leraar op een school kwetsbaar bent voor een corona-besmetting. Maar in het tweede jaar van de pandemie moest ik er alsnog aan geloven, en hoe. De eerste dagen viel het wel mee en dacht ik dat ik een gemiddelde corona-infectie aan het doormaken was zonder extremen, ik was moe en ik had spierpijn. Maar na een week werd ik steeds meer kortademig. Ik had het zelf in het begin niet eens door, maar mijn toenmalige vriendin viel het op dat ik stond te hijgen als ik de trap op was gelopen. We hadden een saturatiemeter en die wees het getal 80 aan. Dat is veel te laag. Voordat ik er erg in had was de ambulance onderweg. Ik zei nog tegen de ambulanceverpleegkundige dat ik nog wel naar de auto kon lopen, maar buiten moest ik toegeven dat ik daar iets te optimistisch over was geweest. In het ziekenhuis kreeg ik een medicijn waar ik de naam niet meer van weet, maar ik weet nog dat je dat alleen krijgt als je de meest ernstige klachten van Covid hebt. Het dwong allemaal maar langzaam tot me door dat ik echt heel ziek was. Ik ging aan het zuurstof en ik gebruikte 14 liter per minuut. Als het boven de 15 is moet je naar de IC. Dat gebeurde net niet. Maar ik kreeg wel allerlei vragen van artsen en verpleegkundigen; “Wilt u gereanimeerd worden, wilt u in coma gebracht worden?” Pas toen besefte ik dat ik in levensgevaar was. ‘
Mentaal er doorheen
Drie dagen lang was Marc er slecht aan toe. ‘Artsen vertelden onomwonden dat het nog maar de vraag was of ik het zou overleven. Maar na drie dagen werd de kans daarop groter want het ging wat beter. Maar het weekend daarna ging het weer mis. Uit de longfoto’s bleek dat ik geen longembolie had, wat we vreesden, maar de longen waren wel ernstig aangedaan door corona. Daar kwam bij dat ik er ook mentaal helemaal doorheen zat. Ik wilde ook praktische zaken regelen, maar daar had ik de energie niet voor. Tegen de psycholoog die ik in het ziekenhuis toegewezen kreeg, zei ik dat ik daar misschien nog wel de meeste moeite mee had. Ik had niks geregeld voor mijn overlijden.’
Relatie en baan weg
Na dat dieptepunt probeerde Marc te herstellen en dat ging op zijn best met ups en downs; ‘Ik heb vijf keer opnieuw een corona-infectie gekregen en ondertussen was er sprake van Long Covid . De vermoeidheid is misschien het zwaarst, de energie die je maar voor de helft hebt, voorlopig is dat blijvend. Vroeger kon ik met gemak 10 kilometer hardlopen. Nu kan ik alleen nog wandelen en dan is 3 kilometer echt wel het maximum. Ik weet dat er veel mensen zijn met Long Covid die er ernstiger aan toe zijn en veel minder kunnen dan ik. Dus relatief gezien kan ik me gelukkig prijzen dat ik wel een flinke wandeling kan maken. Ik slaap best veel overdag. Ik moet veel rusten. Als ik teveel doe, krijg ik die terugslag en dan kan ik twee dagen helemaal niks doen. Qua werk werd het wel een lastig verhaal. Misschien ging ik te snel weer werken en had ik eigenlijk sowieso langer uit moeten zieken. Op de school waar ik les gaf, voelde ik dat er weinig begrip was. Dat merk je ook aan opmerkingen als “Ooooh ik ga ook vroeg naar bed en ik heb echt geen Long Covid, hoort gewoon bij het werk hoor dat je moe bent”. Ik voelde me dan best wel alleen staan. Uiteindelijk werd mijn contract niet verlengd, maar gelukkig heb ik bij een andere school een parttime baan als biologieleraar kunnen krijgen. Daar ga ik na de zomer aan de slag.
Positieve wending
Ook qua relatie kwam er een verandering. Mijn vriendin van toen heeft me wel gesteund, maar uiteindelijk liep de relatie toch stuk. Misschien was ik een beetje een zeur geworden.’ Maar ook in Marc’s liefdesleven kwam onlangs een positieve wending. ‘Ik heb ook weer een nieuwe vriendin en daar ben ik blij mee.’
Voor wat betreft zijn ziektebeeld vindt Marc dat er niet echt verbetering meer is, maar het gaat gelukkig ook niet achteruit. ‘Mijn situatie is nu redelijk stabiel. Ik heb ongeveer 50 procent van de energie die ik voor corona had en dat is al een hele tijd zo. Toch heb ik goede hoop. Ik begin na de zomer aan mijn nieuwe baan, ik heb er vertrouwen in dat het goed zal gaan en ik heb er zin in.’