Er is nog weinig bekend over het coronavirus en de langetermijngevolgen voor patiënten die herstellen. Longfonds vraagt mensen die longklachten hebben na het herstel van het virus contact op te nemen. Een van hen is Harm (54): “Deze ervaring heeft mij aangemoedigd om op een andere manier te denken over waar je waarde aan hecht in het leven.”
“Op 10 maart heb ik een wandeling gemaakt. Het laatste deel regende het heel hard en ik kwam steenkoud thuis. De dag erna kreeg ik wat verhoging en ging ervan uit dat de regenbui de oorzaak was. Ik dacht totaal niet aan corona, maar dat ik grieperig was. Na anderhalve week koorts dacht ik dat niet meer, want ik was totaal kapot en maakte me ernstig zorgen. Ik hoopte toen zelfs dat het corona was, dan had ik het maar gehad. Toen was ik me nog niet bewust van de ernst ervan en de nog zwaardere periode die ik zou doormaken. Veel mensen hadden corona niet bij mij verwacht, ik was een echte sportman en leefde behoorlijk gezond.”
“Het ging zo slecht dat ik 20 maart werd opgenomen in het ziekenhuis. Ik testte positief op corona en kwam op de corona-afdeling. Twee dagen later kwam het dieptepunt en hoogtepunt tegelijkertijd. De zaalarts schoof een stoel bij mijn bed en zei dat ik misschien in de loop van de dag aan de beademing op de IC moest, omdat mijn zuurstof onder de 90 bleef. Nou, dat was voor mij een dieptepunt.”
“Ik heb toen een kerkdienst van mijn gemeente gevolgd waar ze serieus voor me hebben gebeden. Daarna ging mijn zuurstof stijgen. Ik geloof dat de gebeden zijn verhoord. Maar als het fout zou gaan dan had ik ook rust en vertrouwen. Voor zover ik al een gelovig man was is dat alleen maar versterkt. Ik ben nu, na herstel, dankbaar dat ik deze (geloofs-)ervaring heb mogen meemaken.”
“Op de afdeling hield ik mijn medepatiënten wat in de gaten. Ik zag mensen die nog erger dan ik snakten naar lucht. Dat heeft echt indruk op mij gemaakt. Sommigen konden niet eens meer op de rode knop drukken om de zuster te roepen. Dus dan deed ik dat maar.”
“Als ik van bed naar de wc liep, dan brandden mijn benen onder mijn lijf vandaan. Je spiermassa is vertrokken en je hebt geen kracht meer. Als ik ging douchen zag ik lichtflitsen door de ondervoeding en door het gebrek aan zuurstof. Maar als je daardoor de hele dag op bed blijft liggen knap je nooit op, dus ik zocht elke dag de grenzen op. Na een week thuis heb ik begin april een rondje van 400 meter gelopen. Dat ging niet best. De dag erna wilde ik toch een kilometer proberen, wat lukte, want ik moest gaan bouwen. Maar ik vroeg me af of het verstandig was en of ik niet te veel de grenzen opzocht.”
“Nu kan ik alles weer. Ik slaap goed, ik werk weer fulltime. Ik wandel weer. Sterker nog, ik wandel weer zo’n 250 kilometer in de maand. Ik had een goede basis van gezondheid en conditie en door het wandelen is het herstel snel gegaan.”
Omdat niemand mij hielp, werkte ik zelf aan mijn herstel. Je kan wel op de bank zitten, maar mijn levensmotto is: de dingen overkomen je en dan moet je er het beste van maken. Het helpt dat ik aan die hele tijd geen trauma’s heb overgehouden.”
“Toch wil ik graag na de zomervakantie een longfoto laten maken om te kijken of er schade is of niet, of ik wat geforceerd heb. Maar het ziekenhuis zei dat patiënten die nu meer klachten hebben voor gaan. Nu overweeg ik om het zelf te gaan regelen. Niet dat ik bang ben, maar meer voor de bevestiging.”
“Ik was teleurgesteld in het testsysteem van Nederland, omdat het zo traag op gang kwam. Ik heb twee keer gevraagd om een coronatest voordat ik werd opgenomen, maar ik kreeg beide keren te horen dat ik moest uitzieken. Als iemand mij toen al had geholpen had ik deze lange weg niet gehad. Ze lieten me eerst tot de grens gaan, en toen gingen ze pas kijken. Het was bijna uitstel van executie.”
“Ik ga ervan uit dat ik immuun ben, maar ik houd de 1,5 meter zo veel mogelijk in acht. Ook spreek ik mensen op de afstand aan. Daarbij heb ik ook een keer kort mijn verhaal verteld om duidelijk te maken dat die afstand belangrijk is. Toen ik net uit het ziekenhuis was hield ik ook bij mijn vrouw afstand; wel gaf ik haar af en toe een ‘rugknuffel’.”
“Deze ervaring heeft mij aangemoedigd om op een andere manier te denken over waar je waarde aan hecht in het leven. Niet wat je bezit en wat je doet bepaalt wie je bent; je identiteit ligt op een heel andere plek. En dat wist ik wel, maar nu heb ik het beleefd.”
Dit interview is afgenomen op 26 juni 2020.