Jos

Jos Pielage (68): “Ik ben bevoorrecht dat ik hieruit ben gekomen”. 
Er is nog weinig bekend over het coronavirus en de langeretermijngevolgen voor patiënten die herstellen. Jos is een van hen en deelt hier zijn verhaal. 

“Ik weet wel zeker dat ik het virus heb opgelopen in een skilift in Noord-Italië, dat gebied was nog veilig toen wij op wintersport gingen. Een paar dagen later kreeg ik koorts, maar ik dacht toen nog steeds dat ik een licht buikgriepje had. Ik had ook geen typische coronaklachten als hoesten en niezen. Ondanks dat ik COPD heb was ik voor mezelf niet bang dat het corona was, want ik neem mijn medicijnen voor mijn COPD heel zorgvuldig en ik loop twee keer in de week hard. In het gewone leven merk ik helemaal niks van mijn COPD, alleen met plotselinge inspanning zoals traplopen.”

“Na een week heeft de huisarts me toch doorgestuurd naar het ziekenhuis, omdat mijn zuurstofniveau erg laag was. Daar heeft de acute opname arts levensreddend gehandeld door me op te nemen. Als ze had gezegd: ‘hij hoest niet, niest niet, laten we nog een dagje aankijken of het corona is’, dan was dat mijn laatste dag geweest.”

“In het ziekenhuis ging het snel niet goed met mijn saturatieniveau, waardoor ik naar de IC moest. Er was geen tijd om nog even naar huis te bellen. Het ging zo snel, dat het gebeurd was voor ik er erg in had. Er stond een team van twaalf mensen om me heen die de taken had verdeeld. Dat zag er heel geroutineerd uit en gaf een veilig gevoel, waardoor ik zonder aarzeling onder zeil ging. Van de acht dagen daarna weet ik helemaal niets meer.”

“Na een dag of zes begon ik tekenen te vertonen dat ik zelf wilde gaan ademen. Maar dat is me pas achteraf verteld. Nadat ik na acht dagen wakker werd gemaakt was ik ook meteen helder. Ik kon meteen mijn geboortedatum opzeggen, waar ik vandaan kwam, hoe ik heette. Ik vond het heel merkwaardig dat iedereen daar zo enthousiast en verrast op reageerde.”

De arts stond te glunderen, want ik was de eerste patiënt die uit een coronaslaap was gekomen en die er ook nog goed uit was gekomen.

“Daarna lag ik zes dagen op de coronavleugel om aan te sterken. Om je te dwingen dat je weer zelf gaat ademen, draaien ze de zuurstofkraan steeds iets dichter. Dat maakt elke ademteug heel zwaar. Daardoor vroeg ik me soms wel af: haal ik de ochtend wel?”

“Ik zag alleen maar maanmannetjes, wat veel afdoet aan het menscontact. Iedereen zag er hetzelfde uit en dat is heel frustrerend, want dan had je leuk contact met iemand, maar je wist niet met wie. Het was daarnaast heel vervelend dat ik absoluut geen bezoek mocht ontvangen. Het is heerlijk als je je partner en kinderen kunt vastpakken. Dat breekt de dag ook. We hebben wel veel geskyped en gefacetimed, die moderne technologie is een zegen. Maar na tien minuten waren mijn handen moe van het vasthouden van de telefoon.”

“Het was dubbel om thuis te komen. Ik was ongelofelijk blij dat ik weer thuis was, maar op een gekke manier mis je ook het ziekenhuis. Ik heb me er heel beschermd en omarmd gevoeld. Dat gevoel heb je niet meer, thuis. Dan moet je het weer zelf doen, zelf vertrouwen op je lichaam wat de allereerste dagen niet goed lukte. Want: wie zou me dan gaan helpen als het mis zou gaan? De eerste paar dagen vroeg ik me soms af of ik de volgende ochtend nog wel wakker zou worden. Dat is de enige verwerking die ik moest doen.”

“Ik maak me ook zorgen om mijn COPD. Ik heb gehoord dat corona de haarvaten in de longen kan aantasten waardoor er een lekkage komt die niet geneesbaar is. Ik hoop heel erg dat mijn longfunctie en hartfunctie niet achteruit zijn gegaan. Een deel van mijn goede gezondheid werd veroorzaakt doordat ik kon hardlopen. Als ik dat straks niet meer kan dan zou ik dat erg vinden. De zes weken afwachten tot ik op controle kan komen voelt als een lange tijd.”

“Op de IC heb ik een zenuwbeknelling opgelopen waardoor ik een lichte klapvoet heb. Nu ben ik heel bewust oefeningen aan het doen om dat been te stimuleren. Ook probeer ik niet te lang stil te zitten door zelf in huis te lopen en zelf naar de winkel te gaan. Dat is 200 meter, maar de eerste keer voelde het als een marathon. Nu, na twee weken, voelt het niet meer zwaar. Ik ben gisteren wezen fietsen met mijn dochter, dat was echt een feest. Ook gaan we elke dag naar het strand. Dan nemen we een glas wijn mee en chips en zitten we in het zonnetje op een bankje. Daar kunnen we zo 1,5 uur van genieten.”

“Ik ben nu alerter op mijn lijf en mijn leven. Ik had altijd gehoopt dat ik 80 zou worden. Nu heb ik er die 12 jaar weer bij, dat is een cadeautje. Ik ben bevoorrecht dat ik hieruit ben gekomen en daarom heb ik me ook aangemeld bij het Longfonds. Aan mensen met een longziekte wil ik zeggen: houd hoop. De IC hoeft niet je einde te zijn. Je kan er ook echt uitkomen.”

Het interview met Jos vond plaats op 18-4-2020.

Help ons helpen

Er moet meer perspectief komen voor mensen met post-covid. Jouw steun is hard nodig! Steun ons belangrijke werk en help ons helpen!

hand geeft hart