Eén van de meest gestelde vragen van coronapatiënten aan Longfonds is: zullen mijn longen herstellen, zodat ik weer de oude word? Jan (57) had die vraag ook. Ondertussen zijn zijn longen uitgebreid onderzocht met behulp van CT-scans (een soort longfoto) en een longfunctietest. Ook heeft hij een gesprek gehad met een longarts. Hoe is dat onderzoek gegaan? En hoe gaat het nu met Jan?
“Toen ik begin april uit het ziekenhuis kwam had ik nog veel last van kortademigheid en een laag zuurstofgehalte. Enkele weken later heb ik een longfoto laten maken. Ze lieten me schrikken, want ze zeiden dat er overal fibrose zat. En vanuit mijn beroep als cardioloog weet ik dat als je fibrose hebt dat dat blijvend is en veelal verergert.”
“Dat beeld is nu genuanceerd. Ik heb inmiddels een tweede CT-scan gehad en eind mei een longfunctietest ondergaan. Ik heb met een bevriende longarts mee kunnen kijken naar mijn scans. Ik vond dat die er dramatisch uitzagen en dat vond de longarts ook. Ondanks dat mijn longen er al beter uitzagen dan op de vorige scan. Maar de uitslag van de longfunctietest vond hij meevallen, hij en ik denken dat dat te danken is aan alle oefeningen die ik thuis doe.”
"Hij heeft er vertrouwen in dat mijn longen nog gaan verbeteren, ook al kent hij het ziektebeeld nog niet. Bovendien hoopt hij - hij durfde het niet te beloven - dat ik er geen littekenweefsel aan over ga houden. Dat hoop ik natuurlijk ook.”
“Ik vond de onderzoeken wel spannend. Ik was benieuwd hoe een longfunctietest gaat, ondanks dat ik dat als student een keer heb gedaan. En ik was nieuwsgierig wat er uit de onderzoeken zou komen, hoewel ik er vertrouwen in had dat de uitslagen meevielen omdat ik vooruitgang zie.”
“Meestal zit ik nu 1 uur per dag op de hometrainer, terwijl ik begonnen ben met 20 seconden. Hoewel mijn saturatie tijdens inspanning daalt naar zo’n 88%, herstelt het sneller dan eerst. Dat komt ook door alle longoefeningen die ik doe via een app en met mijn flutter (een apparaatje waarmee je longoefeningen kan doen, red.) en het bewegen. De longrevalidatierichtlijnen van het Longfonds helpen daar goed bij.”
“Ook wat betreft mijn werk gaat het beter. Ik probeerde begin mei te werken, maar dat lukte echt niet. Ik moest een patiënt, die verdacht was van COVID beoordelen en behandelen, waardoor ik in pak moest met een mondkapje voor. Ik had het idee dat ik zou stikken. Dat werken toen niet lukte zorgde voor een deuk in mijn zelfvertrouwen. Maar in juni ben ik voorzichtig opnieuw begonnen en dat ging wel. Ik heb zelfs alweer, met een mondkapje voor, twee pacemakers ingebracht, zonder dat ik daarna zelf aan de zuurstof moest.”
“Begin mei vertelde het ziekenhuis waar ik heb gelegen tegen de krant dat ze alle COVID-patiënten gaan benaderen voor revalidatie. Ik was toen opgelucht, maar ik heb nog niks gehoord. Ook mijn huisarts zit wat dat betreft te wachten op informatie vanuit het ziekenhuis. Ik vind mijn eigen weg wel in mijn herstel, maar het zou zo niet moeten gaan. Bovendien denk ik dat als je sneller begint met oefenen, dat je dan sneller en beter herstelt”
“Zoals er een landelijke samenwerking was voor de patiëntenspreiding, zo zou een landelijke coördinatie of een protocol voor de nazorg voor patiënten en zorgverleners een houvast zijn. Het coronalongplein doet op dat vlak al zeer goed werk. (Inmiddels is er een Handreiking voor betere herstelzorg van coronapatiënten, red.) Na de acute fase is de revalidatie een zwaar traject, waarbij het voor iedereen een kwestie van ‘de lange adem’ is. Ik wens alle mede-patiënten daar heel veel sterkte in, ook dit doen we samen.”
Dit interview is afgenomen op 3 juni 2020