Opzet studie
Er namen 650 patiënten deel. Van 582 mensen zijn de gegevens gebruikt. Deze mensen zijn, op basis van de ernst van hun situatie, verdeeld in vier groepen: mensen die geen revalidatie ontvingen, mensen die poliklinisch revalideerden (met meestal maar één soort hulpverlener), in een medische revalidatie instelling en in een gespecialiseerd verpleeghuis (de laatste twee met zorg vanuit een team van verschillende soorten hulpverleners vanuit huis of in een instelling).
Patiënten zijn gevolgd tijdens 3, 6 en 12 maanden na ziekenhuisontslag. Op die momenten zijn hun hart/longfuncties, spierkracht en hun mobiliteit gemeten.
Conclusie
Deze studie laat zien dat de lichamelijke functies van het hart en de ademhaling, fitheid, spierkracht en mobiliteit door revalidatie verbeteren. En dat verdeling van verschillende groepen patiënten over verschillende soorten revalidatie zinvol lijkt.
De analyses (inclusief die uit een eerdere tussentijdse publicatie)laten echter ook zien dat ondanks vaak goed herstel van longschade en longfunctie heel veel patiënten nog aanhoudende klachten hebben zoals erge vermoeidheid met veel impact op hun kwaliteit van leven.
Vervolgonderzoek
Onderzoekers adviseren toekomstig onderzoek te richten op wat het meest effectieve revalidatieprogramma is, op het verfijnen van de keuze wie voor welk type revalidatie het beste in aanmerking kan komen en op het vaststellen van factoren waarom iemand lichamelijk slecht herstelt.