Agenda van Monique

Ik ben altijd al een planner geweest en wat komt dat nu handig uit! Ik heb inmiddels geleerd waar ik ongeveer per dag energie voor heb en welke zaken zoveel van me vragen dat ik de dag ervoor en erna ook vrij moet houden. Dus mijn planning wordt op zijn minst over een hele week bekeken. In mijn agenda staan de vaste afspraken duidelijk vermeld:  Martine komt langs op maandag middag, naar de tandarts op woensdag, donderdag is de jaarlijkse controle van de CV-ketel en zaterdagochtend bellen met Agnes. Hiermee zit de agenda vol voor wat betreft ‘grote’ zaken waarbij ik moet denken èn praten èn reageren. Die combinatie kost de meeste energie. Veel andere grote en kleine verplichte nummers als huishouden, boodschappen doen en verjaardagskaarten sturen noteer ik op een andere manier, want met de dag en het tijdstip daarvan kan ik schuiven. Schuiven qua tijd kan ik ook een beetje met mijn twee a drie rustmomenten per dag. En dan is er de vage categorie ‘te doen’. Een vrijwel eindeloze lijst waar meestal meer bij komt dan er afgevinkt kan worden. Uitzoeken op internet waar ik het beste die eco-schuursponsjes kan kopen, dat boek over insecten voor Jeroen opzoeken, mijn kledingkast opruimen, geld overmaken voor de dieren ambulance, mailtje sturen naar, bellen met, antwoorden dat, informeren naar…

Dan heb ik ook geleerd om ‘no-brainer’ lichamelijke activiteiten af te wisselen met mentale en dat buitenactiviteiten in een rustige omgeving als een stukje wandelen, fietsen of in de tuin werken, me vaak ook juist energie geven.

Oh ja, ik moet ook tijd maken voor mezelf, voor leuke dingen. Ik lig ’s morgens in bed te voelen en te bedenken of ik er nog iets leuks tussen kan wringen, al weet ik dat dat vrijwel zeker ten koste gaat van de to-do-lijst. 

Intussen blijkt het gezegde  ‘life is what happens to you while you’re busy making other plans’, want de kat heeft gekotst in de keuken, er zit een vlek op mijn leuke blouse en de verzekering wil vandaag een antwoord, dat was ik even vergeten. 

Ondanks zorgvuldig plannen zijn mijn dagen dus vaak voller dan ik had bedacht en gewenst. En dan 

  • stellen vrienden uit Engeland voor aanstaande vrijdagavond een video call te organiseren, dan kunnen we meteen onze ideeën over een project dat mijn partner met ze doet, doornemen zodat zij verder kunnen.
  • whatsappen vrienden die anderhalf uur rijden van ons vandaan wonen dat ze morgen toevallig in buurt zijn en hebben we tijd voor een bakkie?
  • belt een vriendin precies tijdens mijn rust na boodschappen doen. Ze heeft straks een sollicitatiegesprek en wil graag nog snel even met me sparren.
  • meldt familie uit het buitenland, die eens per jaar Nederland bezoekt, dat ze het heel leuk zouden vinden om komend weekend, vóór ze terugrijden, ons even te zien en is het mogelijk om te blijven slapen?
  • Laat mijn zus, die aan de andere kant van het land woont, maar de helft van het jaar overwintert in Spanje, weten dat ze op weg naar haar zuidelijke nest overmorgen tussen de bezoeken aan tante Marie en haar oude buurtjes nog ruimte heeft en kan ze met manlief even lunchen bij ons?

Allemaal zeggen ze: als het niet uitkomt moet je het gewoon zeggen hoor!

Wat dan volgt is voer voor psychologen. Een carrousel van ronddolende gedachten en afwegingen vult mijn hoofd. Kan ik dat, wil ik dat, hoe dan? Mijn zus kletst 5 kwartier in een uur over haar dochter en kleinzoon en zit geen seconde stil. Mijn hoofd kookt over na een kwartier in haar gezelschap en ik durf niet met duct-tape op haar mond te dreigen. Het is daarentegen altijd fijn om onze vrienden te zien. Ik vind het ook fijn dat mijn vriendin mij nodig heeft en die familie uit het buitenland zien we al zo weinig. Zal ik de tandarts uitstellen? Ik moet juist blij zijn dat zoveel mensen het leuk vinden ons te bezoeken. Wat vindt mijn partner? En moet ik zelf overal wel bij zijn?

Waarden, normen, doen wat het beste voor mij is en wat ik leuk vind, als ik ‘nee’ zeg voel ik me schuldig (dat is overigens een mooi boek van Manuel J. Smith!). De ongelijkwaardige afwegingen strijden in mijn hoofd en hoe meer ik denk, hoe minder goed mijn hersenen werken en des te moeilijker wordt beslissen. Meestal geef ik toe. Meestal vind ik het voorstel leuk. Meestal durf ik niet volledig eerlijk naar mezelf – en dus ook anderen te zijn. Ik moet hier toch echt eens iets aan doen. 

Een vriend van me geeft assertiviteitscursussen. Ik ga hem vragen mij morgen een spoedcursus te geven. En als het niet uitkomt, moet hij dat maar zeggen.

Help ons helpen

Er moet meer perspectief komen voor mensen met post-covid. Jouw steun is hard nodig! Steun ons belangrijke werk en help ons helpen!

hand geeft hart